Aikido is een Japanse vechtsport die is ontwikkeld in de twintigste eeuw door Morihei Ueshiba. Het is een discipline die zich richt op de ontwikkeling van de geest, het lichaam en de ziel, en die is gericht op het bevorderen van harmonie en vreedzame conflictoplossing.
In Aikido worden verschillende termen gebruikt om de verschillende aspecten van de sport te beschrijven. Hieronder staan enkele belangrijke termen en hun betekenis:
Aikido: "De weg van de harmonie"
Dojo: Trainingszaal voor Aikido
Sensei: Aikido-instructeur
Uke: Aikido-partner die de aanval uitvoert
Tori: Aikido-partner die de verdediging uitvoert
Shomen: Voorkant van de dojo
Rei: Eerbiedige groet
Kamae: Basishouding
Ukemi: Valtechniek
Atemi: Stoot of slag tegen een vitaal punt
Kotegaeshi: Handwringtechniek
Ikkyo: Eerste controletechniek
Nikyo: Tweede controletechniek
Sankyo: Derde controletechniek
Yonkyo: Vierde controletechniek
Gokyo: Vijfde controletechniek
Tenchinage: Hemelgreep
Kokyunage: Ademtechniek
Shihonage: Vier winden greep
Aikidoka: Aikido-beoefenaar
In Aikido wordt ook gebruik gemaakt van verschillende houdingen, zoals de zijwaartse houding (hanmi), de vierkante houding (shikko) en de achterwaartse houding (gyaku hanmi). Deze houdingen worden gebruikt om de balans en de beweeglijkheid te verbeteren, en om de beoefenaar in staat te stellen om zich te verdedigen tegen aanvallen vanuit verschillende richtingen.